"Ik ben van ver gekomen maar voel mij als herboren"
Het verhaal van Frans Claessens (61)
Frans Claessens (61) uit Schinnen is 42 jaar getrouwd met Annie. Samen hebben ze een zoon en zijn ze opa en oma van een kleinzoon van 1,5. Op 24 mei 2018 om 23.00 uur ’s avonds sloeg het noodlot toe. “Ik weet heel veel niet meer van de daarop volgende weken, maar dat moment herinner ik me nog goed. Ik werd niet goed en belde 112. Meteen voelde ik ‘dit is mis’. Ik had een hersenbloeding en de gevolgen waren enorm. Ik gun het niemand.”
Frans had voor zijn hersenbloeding een heel druk leven. Hij werkte bij Sabic, bij de vrijwillige brandweer in Schinnen, deed veel motor rijden, zijn hond trainen, duiken. Hij zat midden in het verenigingsleven en had altijd mensen over de vloer. Frans: “Ik voelde me prima. Ja, ik had hoge bloeddruk en suiker, maar er waren nooit voortekenen voor een hersenbloeding. Die bewuste nacht in het ziekenhuis was ik volledig van de kaart. Mijn mond hing scheef, ik heb geschreeuwd. Ze hebben me platgespoten. Ik verbleef twee dagen op de intensive care en nog drie weken op de verpleegafdeling. Ik weet er bijna niets meer van. Hierna revalideerde ik drie maanden intern bij Adelante in Hoensbroek.”
Grote gevolgen
Annie: “Er was meteen die eerste nacht al niet meer met Frans te communiceren. Door de hersenbloeding die lang heeft doorgebloed is Frans’ linker hersenhelft beschadigd, met uitval aan de rechterzijde van zijn lichaam tot gevolg. Door het hersenletsel is ook zijn spraak en persoonlijkheid aangetast; Frans heeft afasie. Ik dacht meteen ‘dit wordt nooit meer wat, ik zal nooit meer met Frans kunnen praten’. Maar wonder boven wonder met heel veel geduld en heel veel oefenen lukt dit wel. Elke dag was ik met hem aan de gang, al in het ziekenhuis. Want juist die eerste periode is belangrijk voor herstel. Ik nam de krant mee en ontdekte dat Frans tekst wel begreep en dingen herinnerde. Langzaam kwam het spreken weer op gang, zij het moeizaam.” Frans: “Ik wist het allemaal, maar kon het niet verwoorden. Dat was pijnlijk.”
Iets om handen
Toen Frans thuis kwam na zijn revalidatie was het zwaar. Hij was erg somber omdat zijn oude leven helemaal weg was en hij niets meer kon. Frans: “Ik moet me verplaatsen in mijn rolstoel of met moeite met mijn kruk, blijf rechtszijdig verlamd en kan moeilijk praten. Wat een frustraties. Ik wist niet wat ik met de dagen aan moest.“ De logopediste van Adelante wees hem op dagbesteding bij SGL om iets om handen te hebben. Frans: “Dat was een heel goed idee. Ik ga sindsdien twee keer per week naar AC Sittard. Eén keer per week doe ik houtbewerken, één keer afasietraining. Ik vind het fijn om onder de mensen te zijn, iets te doen te hebben. Al ben ik toch graag alleen bezig in het AC, op mezelf. De afasietraining helpt mij daarnaast echt verder. ’s Ochtends zit ik in een groep waar ik oefen met schrijven en lezen, ’s middags oefenen we spreken. Het is echt oefenen, oefenen, oefenen. Vermoeiend maar heel nuttig.”
Hersenz heeft mij verder gebracht
“Op het AC hoorde ik goede verhalen over Hersenz. De afasietrainingen van SGL in Sittard zijn echt op praten, lezen en schrijven gericht, terwijl Hersenz meer ingaat op de thuissituatie, acceptatie en dat soort zaken. Ik besloot een eerste module te volgen ‘Omgaan met veranderingen – afasie’. Dit was een reeks van groepsbijeenkomsten en heeft me handvaten gegeven om te leren omgaan met mijn nieuwe ik. Zo leerde ik wat er mis gaat in mijn hoofd. Dat begrip helpt bij de acceptatie. Voor mij bleek het lastig om in een groep te functioneren, ik volg het moeilijk. Iedereen praat door elkaar, dat zijn veel prikkels. Liever doe ik dingen 1 op 1. Daarom heb ik module 2 en 3 van Hersenz in thuisbehandeling gedaan, met mijn begeleider Egbert Janssen. Module 2 was ‘Afasie en nu verder’, module 3 ‘Afasie en anderen’. Wat ik fijn vond is dat de modules echt op mijn wensen en behoeftes werden afgestemd. Het programma was heel praktisch en functioneel, met creatieve werkvormen zoals schilderen en tekenen. Hersenz was regelmatig heel erg confronterend en pittig, maar heeft me absoluut verder geholpen.”
Nieuwe Frans
Frans: “Mijn dagen vul ik tegenwoordig met bezoekjes aan het AC, veel oefenen en mijn hobby’s Max Verstappen volgen en modeltreinbanen maken. Ja, voor dat laatste heb ik engelengeduld nodig, zeker omdat alles met links moet terwijl ik eigenlijk rechtshandig ben. Maar ik wil geen zoutzak zijn, ik wil iets te doen hebben. Ongestoord hiermee bezig zijn geeft mij voldoening.” Hij vervolgt: “Ik ben van heel ver gekomen, maar ik voel mij als herboren. Ik heb mijn leven terug, doe leuke dingen voor mijzelf en samen met Annie. Ik ben ook met nieuwe dingen bezig, ga bijvoorbeeld aan de slag als ervaringsdeskundige om studenten die een zorgopleiding volgen te helpen bij Hogeschool Zuyd. We kunnen leren van elkaar. Dat zijn fijne dingen.”
Praat met mij
“Wat ik heel erg vind is dat ik nog maar heel weinig sociale contacten heb. Van een druk verenigingsleven naar een vrij eenzaam leven, dat doet pijn. Mensen houden afstand, zien mij niet meer voor vol aan en zijn bang om met mij te praten vanwege mijn afasie. Samen met Egbert heb ik in de thuisbehandeling van Hersenz gekeken hoe we de drempel voor anderen kunnen verlagen. Zo heb ik een communicatieadvies geschreven waarin ik uitleg wat er in mijn hersenen gebeurt waardoor ik moeite heb met gesprekken. Ik leg uit dat mijn taalbegrip vrijwel volledig intact is maar dat het uitspreken van woorden lastig is. Ik ben gevoelig voor prikkels, ben sneller afgeleid en heb meer tijd nodig om informatie te verwerken. Maar ik kan praten in zinnen, teksten lezen en begrijp vrijwel alles. In het advies leg ik uit hoe mensen mij kunnen helpen, ik geef handige tips. En ik zou vooral willen zeggen, kom naar mij toe en praat met mij. Ik ben nog steeds Frans.”
Van partner naar mantelzorger
Voorheen was Frans heel druk, hij pakte alles zelf aan. Nu moet hij voor alles hulp vragen en dat is lastig. Zijn rol ten opzichte van zijn zoon is veranderd, maar ook ten opzichte van zijn vrouw. Annie: “Van begin af aan ben ik ontzettend dankbaar dat we elkaar nog hebben. Ik heb gedacht ‘schouders eronder, ik moet Frans helpen’. En dat heb ik gedaan. Ik heb mezelf volledig weggecijferd en kreeg uit het niets de rol van verzorgende, mantelzorger. Frans is rechtszijdig verlamd; hij kan bijna niet lopen en alles moet met links waardoor hij veel hulp nodig heeft. Dat was en is veel werk, maar ik doe het graag. Vorig jaar ben ik wel gestopt met werken, die combinatie was te veel.” Ze vervolgt: “Ik heb vanaf het begin geluisterd naar Frans’ wensen. Ik wilde hem echt verder helpen. Oefenen met praten, eindeloos woorden herhalen, alles om zijn spraak enigszins terug te krijgen. En dat is best goed gelukt. Het wordt nog steeds een beetje beter, we blijven vooruitgang zien. Doordat wij weer met elkaar kunnen communiceren hebben we ook weer meer een man-vrouwrelatie terug gekregen. We praten met elkaar over dingen, we kunnen samen lachen en we doen veel samen. Communicatie is echt de sleutel.” Annie vervolgt: “Je hoort altijd dat mensen veranderen door hersenletsel, dat hun karakter verandert. Dat is bij Frans ook zo, maar dan in positieve zin. Hij is liever en begripvoller geworden. Frans is heel positief ingesteld en dat brengt hem verder. Ons leven is helemaal veranderd. Maar iets heel erg ingrijpends heeft ons op een bepaalde manier ook dichter bij elkaar gebracht.” Annie tegen Frans: “We gaan er samen voor, want samen is de kracht. Ik laat jou echt nooit in de steek!”. Zulke prachtige woorden ontroeren Frans. Hij lacht: “We hebben het heel gezellig samen. Voor de toekomst hoop ik dat ik nog een beetje beter kan praten en dat we nog lang samen mogen zijn.”