"Hier voelt iedereen zich thuis"
Het verhaal van Marie-Louise Meijer (58)
2021 - Marie-Louise Meijer is getrouwd met Wim. Samen hebben ze een volwassen zoon, een dochter* en zijn ze oma en opa van twee kleinkinderen. Marie-Louise werkte voorheen als beheerster van een gemeenschapshuis en deed kantoorwerk in een paprikakas. In april 2014 sloeg het noodlot toe toen Marie-Louise een beroerte kreeg. “Vanaf toen is mijn leven 180 graden gedraaid”.
“Een halfjaar eerder had ik uitval in mijn rechterhand”, vertelt Marie-Louise. “Er zijn toen allerlei onderzoeken gedaan in het ziekenhuis, maar er werd niks gevonden. Achteraf is het een voorteken van een beroerte geweest. Na mijn beroerte was niets meer hetzelfde. Lopen, praten, alles was lastig. Ik heb een half jaar gerevalideerd in Weert. Toen was ik ‘klaar’, zat ik thuis, kon ik zoveel niet meer en dacht ik ‘wat moet ik nu met mijn leven?’.
Zonder Hersenz was ik er niet meer geweest
Marie-Louise: “De eerste twee jaar ging het allemaal helemaal niet, ook geestelijk: ik kon niet accepteren dat ik niets meer kon. Ik zat echt in een dip. Ik zag het niet meer zitten, zelfs mijn kleinkind kon me niet gelukkig maken. Via de gemeente kwamen we in contact met SGL. Zorgbemiddelaar Ans Coppus heeft met ons gepraat om te kijken of SGL iets voor ons kon betekenen. En dat was absoluut zo. Ans adviseerde mij een cursus van Hersenz via SGL. Als ik die niet had gehad was ik er niet meer geweest. Het is gelukkig geestelijk helemaal goed gekomen, met enige hulp van anti-depressiva. Hersenz kwam op het juiste moment. Door de cursussen ‘Omgaan met verandering’ en ‘Grip op energie’ heb ik leren accepteren. Je krijgt dingen aangereikt waar je iets mee kunt. Je hebt heel veel steun aan de andere deelnemers; je doet het samen, je steunt elkaar en je motiveert elkaar, ‘dat kun je toch ook nog?’.”
Je hoeft niks uit te leggen
Marie-Louise vervolgt: “En dat heeft echt geholpen. Natuurlijk ben ik nog steeds beperkt. Ik heb moeite met praten. Als ik meer prikkels binnenkrijg, heb ik het gevoel dat ik gedronken heb, dan praat ik met een dubbele tong. Aan mijn rechterkant voel ik minder, maar ik kan wel gewoon lopen. Ik loop wel regelmatig met de rollator omdat vermoeidheid een van mijn ergste klachten is. Maar ik heb weer een fijn leven en dat is heel veel waard. Ik ga twee dagen per week naar activiteitencentrum De Maashorst in Baarlo. Dat is leuk, afwisselend en ik draai weer mee in de maatschappij. Het vergt wel heel veel energie van me, dus de rest van de week krijg ik niks meer gedaan. Maar hier wordt bij SGL heel goed op gelet; ze helpen je met plannen en grenzen stellen. Ik weet nu dat ik het beste niet te veel en niet te drukke mensen om me heen kan hebben. Verjaardagsfeestjes zijn gewoon geen goed idee. Dat heb ik allemaal geleerd. Het begrip van het personeel is fantastisch. Die zien aan mij als het me te druk wordt. ‘Ga maar even naar de rustruimte’, zeggen ze dan. Je hoeft hier niks uit te leggen, het wordt gesnapt, dat vind ik het fijne.”
Hersenletsel heb je niet alleen
Hersenletsel heeft niet alleen invloed op degene die het overkomt maar zeker ook op de directe omgeving. Hier kan partner Wim (61) over meepraten: “We zijn inmiddels 39 jaar getrouwd en hebben best al wat mee gemaakt in ons leven. Hierdoor vang je een klap als deze makkelijker op. Je kunt dan beter relativeren. Negatieve gebeurtenissen maken je samen sterker. Ons huwelijk is nog steeds goed al zijn de rollen wel veranderd. Ik ben nu ook mantelzorger. Ik doe de boodschappen, het schoonmaakwerk. Het hoort erbij en is een onderdeel van mijn bestaan geworden. Zoiets doe je voor elkaar.” Marie-Louise knikt: “Wim gaat er best goed mee om. Daar groei je in. Maar het is zwaar. Ook zijn leven is 180 graden gedraaid.”
Lotgenotencontact helpt echt
Wim: “Ik heb geluk gehad dat ik een cursus heb mogen volgen over hersenletsel in het ziekenhuis. Ook zijn we een paar keer aanwezig geweest bij gastlessen en gastoptredens binnen SGL, dat zou ik eigenlijk iedereen wel aan willen raden die in aanraking komt met een partner met CVA. Zoek gelijkgestemden; praat met mensen die hetzelfde meemaken en met professionals. Daar heeft niet alleen de persoon met letsel iets aan maar ook de partner. Partners gaan namelijk ook door een hel. Je hebt het niet alleen, je hebt het samen. Dat moet je ook als partner accepteren, en daar helpt een cursus heel goed bij. Om deze reden zijn we ook lid geworden van een patiëntenvereniging. Lotgenotencontact helpt echt.”
Mensen laten elkaar hier in hun waarde
Marie-Louise: “Het fijne aan de dagbesteding is met name de daginvulling. Als ik thuis blijf zitten heb ik niks, ik ben niet de persoon om alleen te zijn. Ik schilder en klei bij de dagbesteding. Er zijn zoveel mogelijkheden. Het personeel is leuk en begripvol. En alle cliënten begrijpen elkaar, iedereen heeft immers een hersenafwijking. Dat verbindt. Iedereen voelt zich thuis. Je bouwt bij SGL ook leuke vriendschappen op. We hebben met een klein groepje vrouwen elke dag contact op de app; sociale controle en begrip.” Wim vult aan: “Jong en oud komt bij SGL, de sfeer is heel gemoedelijk. Mensen laten elkaar hier in hun waarde. Je hoeft niet te presteren of geforceerd bezig te zijn. En dat is heel erg fijn.” Inmiddels doet Wim wekelijks vrijwilligerswerk bij SGL, hij maakt soep voor cliënten. “Voor mij is het ook heel fijn om sociaal contact te hebben. En die gelijkgestemden he. Ja, dat sociale contact is misschien wel de belangrijkste meerwaarde die SGL ons biedt.”